Toponiemen of veldnamen
Over de betekenis van veldnamen.
Wie onderzoek doet naar de lokale geschiedenis van streek of dorp komt onvermijdelijk terecht bij oude kaarten van het kadaster en de daarop vermelde veldnamen of toponiemen.
Veldnamen of toponiemen als bijvoorbeeld ‘Op de Hots Kuyl’ of ‘In de delle’ werden in de middeleeuwen gebruikt om delen van het buitengebied nader te duiden. Een boer kon een akkertje hebben gelegen in ‘in gen Dael’ of in ‘Borkoel’. Dan wist iedereen dat het om een akkertje ging achter Ubachsberg of een akkertje bij Colmont.
Als een akker overging in andere handen moest in een akte die akker worden beschreven. Daartoe werd dan de grootte van de akker beschreven en werden de buren, de reyngenoten, in de akte genoemd. Als begrenzing van het betreffende stuk grond kon ook een pad of weg genoemd worden. Notarissen en kadasterkaarten bestonden in die tijd nog niet.
Toch werd er in de middeleeuwen wel degelijk een registratie gevoerd. De boeren moesten immers afdragen in natura of in geld aan de lokale heer en de kerk: cijnzen en tienden. De registers daarvan in de archieven zijn vandaag de dag belangrijke bronnen voor onderzoekers.

Met de komst van de Franssen wordt hier het feodale stelsel van heren, horigen en laten opgeheven. Cijnzen, laatsommen en tienden worden afgeschaft. Voortaan kennen we alleen eigenaren en pachters. Overheden innen belastingen en pachters betalen een jaarlijkse pachtsom aan de eigenaar. Er komt een administratie van eigenaren van de grond: het kadaster. De overheid richt een nauwkeurige registratie in van de kavels met gegevens van ligging en grootte, eigenaar, gebruik (akker, weiland, hakhout etc.) en pachtsom.
Het systeem is gebaseerd op nauwkeurig ingemeten kaarten van de inrichting van het gebied: de kadasterkaarten vanaf 1811-1832.
De Fransen hebben het nieuwe stelsel hier ingevoerd, gelijk met de invoering van de gemeenten. Het verzamelplan toont het grondgebied van de gemeente, opgedeeld in een aantal secties. Voor Voerendaal zijn dat 5 secties: A t/m E. Elke sectie is weer verdeeld in meerdere minuutplans, bijvoorbeeld A1t/m 3.
Op de minuutplans zijn wegen, beeklopen en alle kavels ingetekend en genummerd.
Een voorbeeld is de kaart van Colmont in de gemeente Voerendaal: sectie Voerendaal D, minuutplan D1, zie hieronder. Je ziet dat op de minuutplans deelgebieden zijn aangegeven met daarin een naam. Deze deelgebieden komen overeen met de ‘plaatselijke benaming’ oftewel de oude veldnamen. Zie hieronder als voorbeeld de kaart van sectie D1 met onder meer de veldnamen (toponiemen): Negen Boenders, Boschgraaf, aan den Boschgraaf, Hameau Kolmond, Kolmonter Bosch, aan den Boschweg en Meesenvan Veld.
Als voorbeeld: minuutplan D1, kavel 250 in het Boschveld bij Colmont:
Verderop leggen we uit hoe we de gegevens van dit kavel kunnen vinden.
De gegevens zijn:
– Plaatselijke benaming: Boschveld
– Naam eigenaar: Frenken
– Voornaam: Renier
– Woonachtig te: Winthagen
– Gebruik: bouwland
– Grootte: r: 19 e: 30
– Belastbaar: f. 4, c. 24

Zelf onderzoek doen klik dan op onderstaande knop.
Werkt bovenstaande knop niet, ga dan naar: https://beeldbank.cultureelerfgoed.nl/, tik bij zoeken in: “verzamelplan Voerendaal” kies dan voor “kadastrale kaarten” en klik op het kaartje dat dan in beeld komt. Vervolgens zie je rechts het kaartje in groter formaat en links een beschrijving van die kaart. Het is een totaal overzicht van de gemeente Voerendaal in het begin van de 19e eeuw. De kaart is verdeeld in secties: A, B, C, D en E. Links in de beschrijving beneden aan kun je verder zoeken naar “Minuutplans” dat zijn de kaarten van de verschillende secties en op “Aanwijzende tafels” waarbij je de tabellen kunt raadplegen.